
We zijn weer van ziekenhuis verkast, deze keer naar de dienst Gynéco-Obstétrique in Hôpital Central. De dienst wordt gerund door Prof. Dr. Leke, gevreesd door iedere resident (dokters in opleiding) en student. O wee als je iets verkeerd doet, direct ‘une garde supplementaire’ aan uw been (en ze doen al 1 op 5 wachten, wat inhoudt dage zomaar eventjes 35 uren achter elkaar werkt)!
We hebben eerst op de afdeling (hospitalisatie) A gewerkt. Onze dag zag er als volgt uit: alweer veeeeeel te vroeg opstaan, want om 7 uur moeten we al in het ziekenhuis present zijn. Naar de zaal gaan om uw patiënten te onderzoeken, alles neerschrijven in het dossier. Wat rondlummelen tot 9 uur want dan is het ronde; dat wil dus zeggen dat àlle studenten en alle residenten die verantwoordelijk zijn voor de zalen toeren. Het komt erop neer dat we met 30 man ons iedere keer de kamer moeten inwringen. En als je dan al een beetje vanachter staat hoor je helemaal niets van wat er van voor gebeurt. Iedere student stelt om de beurt zijn patiënt voor aan de hele groep: wat de klachten zijn die dag, wat het klinisch onderzoek heeft aangetoond enz. De dokter stelt eventueel nog wat vragen, het verder beleid wordt besproken en dan op naar de volgende patiënt! De donderdag is het grote ronde, zowel van service A als service B, dit is zo mogelijks nog erger: nu toeren er minstens 40 personen mee. Totaal nutteloos eigenlijk dat ze het zo aanpakken, want ge kunt toch absoluut niet meevolgen met wat er vanvoor gebeurt, ge zijt eigenlijk meer bezig met op te letten dage niet vertrappeld wordt
Na de ronde volgt dan voor de studenten een uurtje les en daarna kunnen we vertrekken waarheen we willen: ofwel naar de consultations externe (gynaecologische consultaties) ofwel naar het operatieblok. Alweer werd ik tijdens de consultaties met dezelfde problematieken geconfronteerd. Mensen die geen geld hebben om medicatie te kopen, mensen die veel te laat op consultatie komen.. Er was bijvoorbeeld een vrouw die binnenkwam met als klacht al meer dan 6 maanden pijn in de linkerborst. Als ze haar uitkleedde kreeg ik direct een emotionele dreun: tepel ligt open, etterend, erboven een ulceratie van 3 cm diameter: borstkanker graad IV. Ge beseft direct: geen redden meer aan. Daim, als arts sta je daar volledig machteloos tegenover, dat is een verschrikkelijk gevoel. ’t Enigste wat de dokter dan zei (ze nemen hier geen blad voor de mond): ‘tu vas mourir’ Pfioe, dan ben ik toch eigenlijk blij dat ik arts wordt in belgië, hier in afrika wordt je zó vaak met onmacht geconfronteerd, en daar sta je dan met al je studies en je kennis: de patiënt heeft toch geen geld om de therapie te betalen, of ze komen veel te laat naar het ziekenhuis..
Een ander voorbeeld, minder schrijnend maar toch: een vrouw die vertelde ooit een dijbeenfractuur te hebben opgelopen; ze had geen geld om de operatie te betalen (450 000 CFA), als gevolg moet ze nu de rest van haar leven met krukken rondlopen.. Dat kan je u toch in België helemaal niet voorstellen he..
Keb gelukkig ook wel grappige consultaties meegemaakt: een vrouw, die al twee kinderen had, komt naar de dokter omdat ze al meer dan een jaar te proberen om kinderen te krijgen en dat het niet meer lukt. Op de vraag hoeveel keer ze ongeveer vrijt zegt ze: ‘bijna nooit, haar man heeft 3 vrouwen en is bovendien meestal op reis naar Douala, dus ze krijgt hem niet te vaak te pakken voor een nachtje stomende sex. ‘Il faut faire comment? Je suis perdu’ Hij heeft haar eerst proberen duidelijk te maken dat het de kwaliteit is die er toe doet, en niet de kwantiteit – iets dat hier in afrika nog niet echt is doorgedrongen. Maar nee, ze moest en zou nog een kind krijgen. De dokter heeft vervolgens een schone oplossing op consultatie voorgesteld: dat ze haar maar ne minnaar moet zoeken als ze dan toch een kind wil. Ha! Ze ging er serieus over nadenken, want ze moest écht nog een kind krijgen ‘ Mais docteur, je vais trouver cet homme où?’ Khad het gevoel als de dokter had gezegd dat ie wel wat spermacellekes kon leveren, ze ‘t niet ging geweigerd hebben!
De volgende patiënten, een koppel, kwam ook voor infertiliteit op consultatie. Na veel tierlantijntjes kwam het deruit dat het wel driingend werd, want hij wilde dat zijn vrouw zwanger was zodat ze konden trouwen. (Dat gebeurt hier meestal, ten eerste is het een bewijs dat ze vruchtbaar is, ten tweede moeten ze hier zowiezo lang wachten om te trouwen – vaak hebben ze al 3 kinderen of meer – omdat de man een serieuze bruidsschat bij elkaar moet zoeken voor de trouw kan doorgaan). De dokter heeft gewoon gezegd dat god wacht tot ze getrouwd zijn voor hij hun met kinderen wou zegenen, en daarmee was de kous af.
En nu mijn liefste stuk: bevallingen! De laatste week van mijn stage heb ik voltijds op de bevallingskamer doorgebracht. Omdat vrouwen nu eenmaal vaker ’s nachts bevallen hebben we, na een dag overdag te werken, 3 wachten achter elkaar gedaan; efkes ons ritme omgeswitcht. En het was de moeite!! Ik heb echt heel veel bevallingen gezien, heel veel normale bevallingen, ook een bevalling van een tweeling, verschillende vaginale stuitbevallingen. Super!! Allemaal zonder epidurale verdoving (gebt al geluk in België als ge der eens eentje zonder ziet bevallen in het ziekenhuis). ’t Ziet er alleszins heel goed te doen uit, kben benieuwd alsek der zelf voorsta.. De vroedvrouwen (ondanks allerlei schrikverhalen) zijn redelijk vriendelijk voor de patiënten, behalve als ze teveel neuten, dan zeggen ze weleens iets als ‘ne commence pas à crier, ce n’est pas encore le temps pour crier!’

Uiteindelijk heb ik 3 bevallingen zelf gedaan, echt dat was helemaal de max! Kdenk niet dak ze vlug ga vergeten.. Mijn eerste was een primipara, waar de vroedvrouwen de perineumsteun uiteindelijk hebben moeten meehelpen (ze is uiteindelijk toch nog ingescheurd). Mijn tweede verlossing was echt een hele lieve madam. Nadat het hoofdje met verschillend draaien maakte (kging aan ma kunnen zeggen dak dan toch een écht sterrekijkerke had bevallen, maar de baby was mij voor) istie der toch in de juiste positie uitgekomen, de schoudertjes ontwikkelen (serieus trekken, zeggen de vroedvrouwen) en floep daar was ie: nen schat van nen jongen, 3930g en helemaal in vorm om de wereld te veroveren! Mijn derde bevalling was een moeilijke, het kindje wou niet gemakkelijk indalen, en ook de schouders ontwikkelen ging niet gemakkelijk; uiteindelijk is het kindje eruitgekomen met een gulp bloed erachteraan: de navelstreng afgescheurd. Uiteindelijk bleek de navelstreng nog geen 20 cm lang te zijn. De kortste dat de vroedvrouwen ooit al gezien hadden! (Keb trouwens ook een hele lange navelstreng gezien: de eerste stuitbevalling dak zag was met een driedubbele omstrengeling)
De gemiddelde leeftijd ligt hier trouwens heel laag, 17-18 jarigen die hier komen bevallen is heel normaal, zelfs een meisje gezien van 13 jaar die bevallen is – ze had amper maar haar regels en werd direct zwanger gemaakt, op straat waarschijnlijk - ze was een weeskind. Ze had ook geen geld om haar bevalling te betalen, dus werd ze op de arbeidskamer vastgehouden tot ze haar rekening kon betalen – verschillende dagen zonder moustiquaire voor haar kindje, zonder dokterbezoek.

En ook hier weeral op de dienst, veel problemen met toestellen: de reanimatiekarren die niet verwarmen, een couveuse die er staat die niet werkt. Er was bijvoorbeeld een vrouw aan het bevallen van 29-weken prematuur. Belangrijk voor zo’n kindje als ’t geboren wordt is reanimatie en vooral: warmte. Ze wisten al uren dat die mevrouw ging bevallen, maar toen ik toekwam ’ s morgens, en ze juist begon te bevallen stond er helemaal niets klaar toen het kindje eruitkwam. Ik heb er mij over ontfermd, maar als de kar nie werkt dan werkt de kar niet, en een prematuurke die onderkoeld is superslecht. Uiteindelijk hebben ze de couveuse naar het andere eind van de kamer versleurd (omdat het stopcontact daar wél werkte) en hebben we het kindje toch iets kunnen opwarmen, ondertussen al zeker 20 minuten na de bevalling. Ge ziet, ze kunnen hier echt wel slordig met levens omspringen. Ik ben echt kwaad in mijn binnenste dat ze daar soms zó licht mee omgaan.
Ik heb tijdens deze periode ook heel veel neonaatjes opgevangen: leven ingeblazen, ne keer onderboven aan de voetjes houden, op de rug kloppen, eventueel reanimeren; met mijn mond de slijmkes uit de longen zuigen, wegen. Nadien als ’t goed gaat, oneindig veel kleertjes aantrekken: pamperdoeken mutsje schoentjes onderlijfke broek en een veel te groot hemdje. Yep, ik ben al helemaal getraind! :)
